Helaas loopt iedereen een risico getroffen te worden door een hartinfarct. Zeker op jonge leeftijd is deze kans niet erg groot. Wel zijn er een aantal risicofactoren die voor een verhoogd risico op een hartinfarct zorgen. Als je meerdere van deze risicofactoren draagt, is een hartinfarct op jonge leeftijd alsnog een mogelijkheid. Op deze pagina worden een aantal van de risicofactoren hartinfarct kort besproken. Let op: zelfs als je geen enkele risicofactor lijkt te dragen, ben je nooit volledig vrij van het risico op een hartinfarct.

De cijfers die hieronder worden gegeven zijn afkomst van het MORGEN-EPIC onderzoek naar arteriële trombose. Arteriële trombose is niet hetzelfde als een hartinfarct, maar sterk genoeg met hartinfarcten verbonden om de data te gebruiken als goede indicatie voor risicofactoren van een hartinfarct.

Roken

Het kan niet genoeg benadrukt worden: roken is slecht voor je. Niet alleen een verhoogde kans op longkanker, ook een verhoogde kans op hart- en vaatziekten behoren tot gevolgen van regelmatig roken. Stevige rokers hebben een dubbel zo grote kans op arteriële trombose als mensen die helemaal niet roken.

Hoge bloeddruk

Een hoge bloeddruk kan in het ergste geval leiden tot een verdubbeling van de kans op een hartinfarct. Dit is dus een niet te verwaarlozen risicoverhoging. Bij een verhoogde bloeddruk kan er bijvoorbeeld makkelijker vet ophopen in de vaatwand, wat op den duur kan leiden tot vaatvernauwing en zelfs -verstopping. Het gevolg hiervan kan een hartinfarct zijn. Mensen met een zeer hoge bloeddruk hebben een meer dan twee keer zo grote kans op arteriële trombose als mensen met een ideale bloeddruk.

Cholesterol: altijd slecht?

Helaas is de heersende gedacht dat cholesterol per definitie slecht is voor je lichaam. Dat is zeker niet het geval. Het lichaam bestaat uit vele miljarden cellen, al deze cellen hebben cholesterol in hun celmembraan. Zonder dit cholesterol functioneert de membraan minder goed en kan de cel zelfs sterven.

Wel zit er natuurlijk een kern van waarheid in die heersende gedachte. Grofweg kun je zeggen dat er “goed cholesterol” en “slecht cholesterol” bestaat.

Goed cholesterol: HDL:

Cholesterol komt niet of nauwelijks in de vrij vorm voor in het bloed. Cholesterol bevindt zich altijd in flinke complexen van vetten: HDL, LDL en VLDL. Dat staat voor High Density Lipoprotein, Low Density Lipoprotein en Very Low Density Lipoprotein. De naam geeft de samenstelling van de complexen aan. High Density betekent veel vet, weinig cholestol, Low Density weinig vet en juist veel cholesterol.

De HDL complexen voeren cholesterol af vanuit je lichaam richting de lever, om vervolgens uitgescheiden te worden. Het vermindert dus een cholesterol overschot. HDL kan dus een beschermende factor zijn voor een hartinfarct. Als je weinig HDL hebt, kan je minder cholesterol afvoeren. Laag HDL is dus een risicofactor. Iemand met een lage HDL concentratie in zijn of haar bloed heeft een ongeveer drie keer zo grote kans op arteriële trombose als mensen met een hoge HDL-concentratie.

Slecht cholesterol: LDL

De tegenhanger van HDL is LDL. Deze complexen vervoeren cholesterol vanaf de lever richting de cellen. In tegenstelling tot HDL, kan LDL echter behoorlijk makkelijk de vaatwand binnendringen. Hier komt het dan ook (vrijwel) niet meer uit. Je lichaam ziet dit als een indringer. Afweercellen nemen de LDL op en proberen het op te ruimen. Dit lukt, op de cholesterol inhoud na. In de cellen hoopt cholesterol op, wat op den duur leidt tot aderverkalking. Hiermee kan LDL dus op den duur zorgen voor een hartinfarct. Veel LDL is dus wel een risicofactor voor een hartinfarct.

Diabetes verhoogt de kans op een hartinfarct. Er zijn twee types diabetes: type I en type II. Waar type I aangeboren is, krijg je type II pas tijdens je leven. Type II komt vooral voor bij mensen met overgewicht en ouderen.

Overgewicht

Wetenschappers zijn er nog niet helemaal over uit of overgewicht zelf een risicofactor is voor een hartinfarct. Feit is dat mensen met overgewicht een hogere kans op een hartinfarct hebben dan mensen zonder overgewicht. Het zou echter kunnen, omdat overgewicht meestal samen gaat met bijvoorbeeld minder sport, een hogere LDL-concentratie en een hogere bloeddruk.

Verhoogde bloedstolling

Het laatste stadium van bloedvatvernauwing is meestal de vorming van een bloedprop door stolling. Mensen met een verhoogde stollingsneiging hebben hierdoor een relatief grotere kans op een hartinfarct.